Het laatste jaar heb ik twee blogs bijgehouden met ongeveer dezelfde inhoud. Deze blog zal ik daarom niet meer updaten. U bent van harte welkom op:
Groet, Peter
Het laatste jaar heb ik twee blogs bijgehouden met ongeveer dezelfde inhoud. Deze blog zal ik daarom niet meer updaten. U bent van harte welkom op:
Groet, Peter
Onlangs gefotografeerd en een wandelroute gelopen op landgoed Staverden te Gelderland. Een schitterende buitenplaats die bekend staat om haar witte pauwen.
Daarna de wandelroute Oud Groevenbeek aangedaan. Dit landgoed beschikte over haar eigen watertoren.
Eén van de meest indrukwekkendste boomsoorten van Nederland is toch wel de mammoetboom (Sequoiadendron giganteum). Bij ontdekking in de 1852 tijdens de Goldrush werd de soort vanuit Californië naar Europa gehaald om landgoederen, parken en privétuinen te verfraaien. De bijzondere boom deed het prima als sierelement in de in opmars komende Engelse landschapsstijl. Vergeleken met de duizenden jaren oude General Sherman in het Sequioa National Park te Californië, met een stamomtrek van ruim 31 meter en een hoogte van 83,8 meter zijn onze huidige mammoetjes nog maar pubers.
Toch kun je ook in Nederland genieten van reusachtige formaten. Op landgoed Rhederoord in het plaatsje De Steeg – nabij Arnhem – staan er meerdere van ongeveer 40 meter hoog. De dikste mammoetboom van dit landgoed heeft een stamomtrek van 6,8 meter.
In Europa werd de mammoetboom als eerste in het Verenigd Koninkrijk aangeplant en hier zijn dan ook de grootste (meer dan 54 meter hoog) en dikste (tot meer dan 11 meter stamomtrek) exemplaren te vinden. De botanische tuin van Benmore in Schotland herbergt een schitterende mammoetlaan met 49 bomen van ongeveer 52 meter hoog. Respect voor deze pubers!
Brouwersdam
Een aantal grijze zeehonden deden zich tegoed aan een vette paling. Ze werden echter telkens lastig gevallen door tientallen meeuwen die ook een maaltje vis naar binnen wilden werken. Eén zeehond had er zó genoeg van, dat hij een meter uit het water opdook en in de richting van de meeuwen hapte. Heel even konden de zeehonden in alle rust genieten van hun maaltje en toen begon alles weer van voren af aan.
Vlak bij Hilvarenbeek, tegen de Belgische grens, ligt het 1200 ha grote landgoed Gorp en Roovert. Het is een afwisselend natuurgebied met bossen, vennen, cultuurland en heide. Dwars door het gebied stroomt het beekje Rovertse Leij, waar je het ijsvogeltje kunt spotten. Het is een heerlijk gebied om rond te dwalen.
Gargano
Als een spoor aan de laars van Italië, tegen de Adriatische zee, ligt het dunbevolkte schiereiland Gargano. Het herbergt een ruige kustlijn met vele grotten, betoverende baaitjes en schilderachtige kustplaatsjes. Het bergachtige binnenland is deels dicht bebost, met als spil het 10.000ha grote natuurreservaat Foresta Umbra. De hoogste top van de Gargano is Monte Calvo en is 1055 meter hoog. In het binnenland lijkt de tijd te hebben stil gestaan. Hier tref je nog schaapherders aan die hun schapen en geiten op de bergweiden laten grazen. Deze bergweiden en vochtige bossen herbergen een enorme rijkdom aan orchideeën. De cijfers en letters op de kaart zijn enkele vindplaatsen van deze fraaie plantengroep. Mijn uitgangsbasis is het plaatsje Monte Sant’Angelo.
Op naar de Gargano
Dinsdag 22 april was het zover. De vliegreis over de Mont Blanc via Milaan naar Bari verliep voorspoedig. In Bari een huurauto opgepikt om via de binnenlanden van Italië naar Monte Sant’Angelo te rijden. Monte Sant’Angelo is een bergdorpje dat via haarspeldbochten te bereiken is. Ik verbleef in het Palace Hotel San Michele, een eenvoudig maar goed hotel met een schitterend uitzicht over het lage land en de zee en op steenworp afstand van een fraai kasteel.
Het dorpje kent vele hoogteverschillen die je via trappetjes kunt overbruggen. Het geheel doet wat te heet gewassen en gekrompen aan; de paadjes zijn erg smal en ook de ingangen van winkeltjes en restaurantjes zijn nauwelijks breder dan de buitendeur. Als Nederlander was ik een bijzondere attractie voor de plaatselijke pizzeria. Het personeel dook over elkaar heen om te horen wat ik in zo’n afgelegen gebied te zoeken had.
Roadtrips
Dagelijks trok ik er met de auto opuit om de Gargano te ontdekken. Leidraad was grotendeels een reisbeschrijving over vindplaatsen van orchideeën. De onbegrijpelijke kaart probeerde zo goed mogelijk over te brengen op een gedetailleerde streekkaart en in de Tomtom. Op de meest afgelegen plaats en in de stromende regen kreeg ik natuurlijk een lekke band. De tyraps van de velgen heb ik met een stuk oud ijzer doorgesneden en uiteindelijk de reservewiel eronder gezet. De volgende dag op zoek gegaan naar een garage voor een nieuwe band. Ook dit was een hele onderneming, want in de bergdorpjes waren nauwelijks garages te vinden, sprak de bevolking geen fluit Engels en hadden ze nergens de juiste soort band. Uiteindelijk kon ik ergens een tweedehandse op de kop tikken.
Toch kon dit de pret niet drukken. Wat een adembenemend mooie omgeving, een immense uitgestrektheid en wat een weelde aan orchideeën!
Foresta Umbra
Eindelijk brak de zon door. Met de auto naar Foresta Umbra gereden. Langs de weg en in de heuvelachtige weiden naar het bos groeiden duizenden orchideeën. Het bladerdek van de eeuwenoude oerbomen met de enkeldikke klimoplianen was zó dicht, dat de temperatuur in het bos gemiddeld zo’n 7 graden lager was dan daarbuiten. Hier stuitte ik op enkele grijswitte orchideeën; het vogelnestje!
Torre di Porticello
Langs de kust van de Gargano staan tientallen eeuwenoude verdedigingstorens. De meeste liggen erg afgelegen en zijn nauwelijks toegankelijk. Ik heb onder andere deze fraaie Torre di Porticello bezocht. De lucht was bezwangerd met een zoete, kruidige geur en getooid met het getjilp van tientallen bijeneters. Enkele zandhagedissen lagen languit op de rotsen te zonnen.
Trabucco; visplatvorm
Een trabucco is een groot houten platvorm dat gebruikt wordt om mee te vissen. Oorspronkelijk werden ze gebouwd door oude vissers om zelf niet meer de woeste zee op te gaan. Aan het platvorm worden netten gehangen die middels een ingenieus systeem boven water worden getild.
Velden vol orchideeën
De Gargano is beroemd vanwege haar grote rijkdom aan orchideeën. Vooral op de wat meer afgelegen plekken, hoger de bergen in, waar de schaapherders hun kudde minder intensief laten grazen, is het een ware bloemenzee.
Ophrys lutea species
Van de gele ophryssen bestaan een aantal erg op elkaar gelijkende ondersoorten, die ook in de Gargano voor komen. Ik kwam ze veelal tegen in wegbermen en in open bossen op stenig substraat.
Tot slot
Aan al het goede komt een eind. Ik liet de Gargano met haar schitterende berglandschappen, sprookjesachtige bossen, haar ontelbare orchideeën en haar in gebrekkig en onbegrijpelijk Engels sprekende bevolking achter me. Met behulp van de Tomtom reed ik via landweggetjes door kruidige olijfboomgaarden en wijngaarden op weg naar het vliegveld in Bari. De doorgaande weg naar de afgelegen car rental was afgesloten, waardoor ik telkens weer op een doodlopend stuk uitkwam. Dan maar keren op de snelweg en eindelijk bereikte ik het verhuurbedrijf en werd ik met een shuttlebus op het vliegveld afgezet. Daar was het een gehaast om in te checken en moest ik uiteindelijk mijn 1-poot statief inleveren omdat dit als wapen kon worden gebruikt. Bij de overstap op Milaan werd ik gefouilleerd en namen ze met een doekje een zweettest af, om op drugs te controleren. De reis verliep verder voorspoedig. Het was weer een schitterende vakantie;
Gargano, che bello!
Werkend langs een vijverpartij op een landgoed horen we vanuit de verte een nerveus geluidje dichterbij komen: Tititi-titi-tititi… Een blauwe schim schiet acrobatisch tussen overhangende bomen door en vliegt een paar rondjes over de vijver, om vervolgens op een tak naar het water te gaan zitten staren. Het staartje wipt wat nerveus op en neer. Dan richt ze zich op en in een fractie van een seconde duikt ze het water in, om vervolgens met een visje weer terug te keren naar de tak. Het is een ijsvogel die zich te goed doet aan een tiendoornig stekelbaarsje.
IJsvogels zijn schuwe vogeltjes die zich langs beekjes, rivieren en waterpartijen ophouden op jacht naar kleine visjes. Wanneer ze het water in duiken, schuift er een vliesje als een soort duikbril ter bescherming over het oog. IJsvogels broeden in steile kanten, waarin ze een nesthol graven. Het aantal broedparen in Nederland wisselt jaarlijks van 100 tot 800 paar. Omdat ze afhankelijk zijn van water, hebben ze het erg moeilijk met strenge winters, waardoor het aantal flink achteruit gaat. Daarentegen kunnen ze meerdere nesten per jaar grootbrengen. Mannetjesijsvogels hebben een zwarte snavel. De vrouwtjes hebben een geheel of gedeeltelijk oranje ondersnavel.